10 Constructie van de Enneasteen

Deel 5

“en de slagregen viel neer en de waterstromen kwamen en de winden waaiden en stortten zich op dat huis, maar het stortte niet in, want het was op de rots gefundeerd.”

Mattheus 7 vers 25

We hebben via het scheppingsproces het fundament van de Enneasteen gelegd. Maar de Enneasteen geeft zijn geheimen niet zomaar prijs. Allereerst bouwen we de Wet van Zeven nog een stuk uit. De Tetractys zoals we die tot nu toe besproken hebben bevat nog geen binnenlijnen zoals het Enneagram. Deze binnenlijnen behoren tot een specifiek onderdeel van de Wet van Zeven dat we nog niet hebben behandeld. Dit voegen we nu toe. Hierdoor wordt het Enneagram als één van de mogelijke weergaven van de Enneasteen volledig zichtbaar.

Vervolgens onderzoeken we de betekenis van het middelpunt van de Tetractys nog wat verder en leggen we de verbinding tussen oosterse en westerse kennis. Ten slotte volgt de apotheose: het construeren van de Enneasteen. Deze constructie zal (zoals nog zal blijken in de rest van het boek) een verbinding tot stand brengen tussen een aantal tot nu toe los van elkaar bestaande oeroude kennissystemen. Dit hoofdstuk is daarmee het draaipunt tussen de eerste negen hoofdstukken en de rest van het boek.

Figuur 10: Chi Rho teken, zoals beschreven door Eusebius in een verhandeling over de eerste Christelijke Keizer van Rome. In 312 n.Chr. kreeg Constantijn een visioen waarin hem gezegd werd: “in dit teken zal jij overwinnen”. Het teken bestaat uit een Griekse X (Ch) en P (Rho), samen vormen ze het Christus-monogram[43].

10.1         Universele volgorde van het proces

In het vorige hoofdstuk hebben we de Wet van Zeven samen met de Wet van Drie gebruikt om het scheppingsproces toe te lichten. Dit scheppingsproces kunnen we in het Enneagram plaatsen door de stappen volgens de nummering rechtstreeks op de cirkel van het Enneagram te plaatsen. Maar de binnenlijnen van het Enneagram zijn nog niet aan bod gekomen. Deze komen voort uit de Wet van Zeven. Dit is toe te lichten via het berekenen van een geheel getal gedeeld door zeven en het bestuderen van de uitkomst daarvan:

1/7 = 0,142857142857  (stap een)

2/7 = 0,285714285714  (stap twee)

3/7 = 0,428571428571  (stap vier)

4/7 = 0,571428571428  (stap vijf)

5/7 = 0,71428571428  (stap zeven)

6/7 = 0,857142857142  (stap acht)

7/7 = 0,99999…..=>1

Er is een repeterend patroon te zien van 1-4-2-8-5-7-1, waarbij de startpositie overeenkomt met de dagen van de schepping: stap vier begint met 4285.. en stap vijf met 5714.. . Achter de uitkomst van de deling is tussen haken de corresponderende stap gegeven. Als we dit grafisch weergeven en combineren met de impulsen van de Wet van Drie dan krijgen we de binnenlijnen van het Enneagram, hier in de vorm van de Tetractys getekend:

Figuur 10.1a: Wet van Zeven in de Tetractys, “doornenkrans” (JG)

We herkennen de binnenlijnen, de bijzondere positie van de intervallen op 3), 6) en 9) en de kleuren die toegepast zijn in de Wet van Zeven. De punten 8) en 1) vormen volgens Pythagoras de mannelijke aspecten denken en macht, en de punten 2) en 7) de vrouwelijke aspecten “geven” (vrouwelijk deel van het vrouwelijke) en “nemen” (mannelijk deel van het vrouwelijke). De volgorde 1-4-2-8-5-7-1 heeft een bijzondere betekenis. De normale chronologische volgorde 1-2-3-4-5-6-7-8-9 is de volgorde van concrete stadia die doorlopen wordt, ofwel de externe volgorde. Er is echter geen rechtstreekse overgang van 1) naar 2) naar 3). Om een overgang van status te bereiken (om van stap 1 naar stap 2 en 2 naar 3 etc. te komen) zijn de routes via de binnenlijnen, de interne volgorde nodig. De binnenlijnen vormen een “doornenkrans“ rondom punt nul. Er ontvouwt zich dus een interne strategie om de voortgang in het externe proces goed te laten verlopen die hier ter introductie nog in zijn eenvoudigste vorm wordt toegelicht.

  • Het mentale beeld van stap één moet corresponderen met de toepassingen die nodig zijn op stap zeven.
  • De mentale blauwdruk van stap twee moet dusdanig zijn dat het creatieproces mogelijk wordt.
  • Het creatieve formeren op punt vier moet zoeken naar het evenbeeld van het idee van stap één.
  • Het fixeren op stap vijf moet de kenmerken opleveren die bij stap acht ervaren worden.
  • Voor de toepassing in stap zeven is de input nodig van de gemanifesteerde kenmerken van stap vijf.
  • Stap acht heeft als checklist de ontwerpen van stap twee nodig om de juiste karakteristieken te kunnen evalueren.

Hierbij speelt stap acht een bijzondere rol in de bepaling van het tempo van de hele cyclus. We krijgen na toevoeging van de betekenissen van de stappen onderstaande figuur, het procesmodel. In hoofdstuk 12 wordt een toepassing hiervan gegeven.

Figuur 10.1b: Procesmodel in de Tetractys (JG)

10.2         Het bruidsvertrek

De in 10.1 verkregen figuur is gelijkvormig aan het Enneagram, maar getekend als een Tetractys. We zien duidelijk ook een afwijking met het populaire Enneagram: een eerder verborgen gebleven tiende punt met volgnummer nul dat, op basis van de Tetractys, verwijst naar het neutrale aspect tussen het mannelijke nemen op punt 7) en vrouwelijke geven op punt 2). Beiden zijn onderdeel van de vrouwelijke drie-heid. Het neutrale tiende punt kunnen we het beginsel noemen dat de koppeling vormt tussen de Schepping en het Absolute.

Via een eenvoudige afleiding in elektrische termen als representant voor de Wet van Drie is de hoedanigheid van dit tiende punt te vinden. In figuur 10.2 is er steeds een driehoek met een positief [+], negatief [-] en neutraal [=] punt te vinden. Het bovenste neutrale teken is de absolute neutraliteit, gelijk aan Kracht, die alle ladingen kan dragen. De systematiek is eenvoudig: als we het paarse punt 1), de witte 0) en blauwe 2) als driehoek bekijken en overal de gemeenschappelijke min weg strepen verkrijgen we weer bovenaan neutraal, rechts min en links plus.

Figuur 10.2: Afleiding van de betekenis van het tiende punt (JG)

Vanuit punt 0) kan 2) nat en 7) droog verenigd worden, worden 1) koud en 8) warm gekoppeld en worden 4) Scheppen en 5) Binden overbrugd. Ondanks dat het middelste tiende punt verwijderd is van het beginsel kracht, heeft het toch de neutrale kenmerken ervan. Het is de eenwording van het vrouwelijke en het mannelijke, en staat centraal in de Tetractys. In de Bijbel (Efeziërs 5:31) wordt de eenwording van man en vrouw een groot mysterie of geheimnis genoemd. Het tiende punt is de manifestatie van het Absolute in de schepping, het ultieme beginsel van de hogere liefde. Dit tiende punt is in de Gnosis het bruidsvertrek genoemd. Het vormt de overbrugging van de dualiteit en is alleen toegankelijk voor het enkelvoudige. In het Evangelie van Thomas wordt het bruidsvertrek als volgt verwoord (Slavenburg/Glaudemans[6], Logion 150):

“Jezus zei: velen staan bij de deur, maar het zijn eenlingen die het bruidsvertrek zullen binnengaan”

In het geschrift Evangelie volgens Filippus is dit als volgt verwoord:

“Christus is gekomen om de scheiding, die in het begin is ontstaan, weer ongedaan te maken, de twee weer te verenigen, en leven te geven aan hen die in de scheiding gestorven zijn, en hen weer te verenigen. Want vrouw en man verenigen zich met elkaar in het bruidsvertrek. En zij die zich in het bruidsvertrek hebben verenigd, zullen niet meer van elkaar worden gescheiden” 

Filippus geeft nog een hint over wie er toegang heeft tot het bruidsvertrek (Logion 191):

“Een bruidsvertrek is er niet voor de dieren, evenmin voor de slaven, en ook niet voor hoeren; het is er voor vrije mannen en maagden”

Deze vrije en onbedoezelde mensen zijn bevrijd van de dualistische krachten. Op welke manier dat bereikt kan worden zullen we uitdiepen in hoofdstuk 17. Eenmaal in het bruidsvertrek veranderen de mensen in kinderen (Logion 195):

“In deze wereld dienen de slaven de vrijen. In het Koninkrijk der Hemelen zullen de vrijen de slaven dienen. De kinderen van het bruidsvertrek zullen de kinderen van het aardse huwelijk dienen. De kinderen van het bruidsvertrek hebben geen naam. Want zij zijn in de rust. Zij hebben geen naam nodig.”

De term “kinderen” duidt hier op kinderen van God. In vele andere veelal Gnostische documenten is het punt van het bruidsvertrek gerelateerd aan Sophia of Wijsheid. Eerder plaatsten we vanuit Genesis 2 de boom van kennis van goed en kwaad op deze middenpositie. En het overigens in zijn geheel prachtige Psalm 82 (8+2=10!) geeft:

“God staat in de vergadering Godes. Hij oordeelt in het midden der goden.”

Verder terug in de tijd geven de Egyptenaren aan Seth specifieke eigenschappen. Hij is als enige opgewassen tegen het verloop van de tijd, uitgebeeld door een slang die elke nacht de Zon verzwelgt. Dit beeld komen we in de middeleeuwen tegen als een zonneschijf die omcirkeld wordt door een slang die in zijn staart bijt, de Oeroeboeroe. Tijdens een tribunaal tussen Horus en Seth om te bepalen wie koning van de schepping zou worden dreigt Seth om alle andere goden te vermoorden, elke dag één. Seth plaatsten we eerder in het midden van de Egyptische Tetractys. En inderdaad, het midden van figuur 10.1b is het punt dat niet terug komt in het proces van de Wet van Zeven en de tijd.

10.3         Regenboog, Chakra’s en kleurcodering

De kleuren van de verschillende stappen in de Wet van Zeven zijn in het oosten gekoppeld aan de zeven Chakra’s. Deze Chakra’s zijn energieknooppunten of energiewielen. Ze nemen elk een specifieke plek op het menselijk lichaam in (vergelijk de Adam Kadmon van de Kaballah) en hebben een eigen betekenis en kleur. Alle kleuren zijn even belangrijk. Alleen als alle kleuren stralen dan verkrijgen we wit licht. Dit witte en complete licht hoort thuis in het midden. De omschrijvingen van de verschillende Chakra’s passen exact op de Enneatypes, in de juiste volgorde. Dit is eenvoudig te controleren in figuur 10.3a. De nummering is tegengesteld aan die van het Enneagram. Visie en inzicht past bij de mentale Perfectionist en bij beeldvorming. Eerder is het plaatsen van de Chakra’s in het Enneagram niet mogelijk geweest omdat de betekenis van het tiende punt (0) met de kleur wit onbekend was. De Chakra’s komen we nog een keer tegen in hoofdstuk 18.9, dan in relatie tot persoonlijke groei. Overigens kunnen we de juiste positie van de kleuren soms ook bevestigen via de Bijbel. Zo is in Openbaringen 6 sprake van een groen paard met als berijder de Dood. Punt 4 staat inderdaad veelal voor onheil (13=1+3=4) en geldt als een moeilijke fase in elk proces.

Figuur 10.3a: Chakra’s in de Tetractys (JG)

10.4         Constructie van de Enneasteen

Alle kenmerken van het Enneagram en de Tetractys zijn overervingen van de Enneasteen, de bron van het gehele systeem. De Enneasteen is opgebouwd uit de drie beginselen. We bespraken dit in hoofdstuk acht. In onderstaande figuur links is dit nog eens weergegeven.

Figuur 10.4a: Drie beginselen en zes aspecten

We zien links dat de drie beginsels als drie verschillende dimensies maximaal aan elkaar tegengesteld zijn. Uit de drie beginsels zijn zes tussenliggende aspecten gevormd. De punten samen corresponderen met de punten in het Enneagram en met de toonladder. Dit is plat weergegeven als een Tetractys in 10.4a rechts. Deze platte weergave heeft zijn beperkingen. We moeten het geheel in drie dimensies (ruimtelijk) zien, zoals in 10.4b.

 Figuur 10.4b: Constructie  Enneasteen (JG)

 Figuur 10.4b: Constructie  Enneasteen (JG)

# ‎10‑1 De zes aspecten of stadia in de schepping vormen een drie-dimensionale figuur met zes punten: de Octaëder. Deze Octaëder vormt de basis-architectuur van de Enneasteen.

Het is even oefenen om de figuur in drie dimensies te zien, dit is dan ook precies de reden waarom deze kennis verloren is gegaan. Wat helpt is om de bovenkant voor te stellen als een ruimtelijke piramide, hier doorzichtig weergegeven. We kijken tegen de zijde gevormd door nat, bind en warm aan. Aan de onderkant is er een omgekeerde piramide tegenaan geplakt. Het vierkant in deze figuur is het grondvlak van de beide piramides. Dit grondvlak heeft koud, nat, bind en droog. De top van de bovenste piramide is warm, en de punt van de omgekeerde piramide is schep. In het midden plaatsen we de hogere liefde en de koppeling met het begin en het eind van het Universum ofwel de Alfa Omega, A Ω. We kiezen als kleur voor dit punt de regenboog, wat een andere, gedifferentieerde uitdrukking is van wit en als zodanig de gehele filosofie van de Enneasteen en het Universum omvat. Om de lezer in staat te stellen de ruimtelijke vorm van de Enneasteen te doorgronden is in de bijlage van dit boek een tekening opgenomen die met wat knip en plakwerk gebruikt kan worden om zelf een Enneasteen te maken.

10.5         Plaatsing van het interne patroon in de Enneasteen

We kunnen het interne patroon van de Wet van Zeven (1-4-2-8-5-7-1) in de Octaëder plaatsen. We verkrijgen dan figuur 10.5. De octaëder is transparant weergegeven. De lijn 7)-1) loopt hierbij aan de achterkant van de octaëder en die kunnen we dus in dit perspectief eigenlijk niet zien.

Figuur 10.5: Constructie van de Enneasteen met binnenlijnen (JG)

Figuur 10.5: Constructie van de Enneasteen met binnenlijnen (JG)

Nu komt het als toets eropaan dat de volgorde van het proces 1-4-2-8-5-7-1 niet conflicteert met de natuurlijke aard van de zes aspecten. In volgorde zien we:

1) koud, 4) schep, 2) nat, 8) warm, 5) bind, 7) droog, 1) koud.

Als we de Indiase equivalenten gebruiken dan ontstaat de juiste volgorde van de seizoenen:

1) hentanta [koud], 4) vasanta [lente], 2) varsha [regenachtig], 8) grishma [warm], 5) sarad, 7) shishira [dauwachtig], 1) hentanta [koud].

De in de namen gecodeerde interne volgorde blijkt te kloppen. In India is deze juiste volgorde verloren gegaan. Het weer van de werkelijke seizoenen komt niet overeen met de gebruikte namen, omdat ze volgens de externe volgorde worden genomen. De Enneasteen zou dus gebruikt kunnen worden om de namen van de seizoenen in India te corrigeren. Meteorologen wijten het afwijkend zijn van de namen aan het feit dat het systeem, dat uit 500 v. Chr. stamt, zes weken achterloopt door diverse veranderingen in kalenders. Wij weten nu beter….

10.6         Plaatsing van 3, 6 en 9 in de Enneasteen

We hebben de zes aspecten van de Wet van Zeven in de Enneasteen kunnen plaatsen. Dit levert de juiste positie van de punten 1), 2), 4), 5), 7) en 8) op. Maar de punten 3), 6) en 9) zijn nog niet geplaatst. Om de positie van de punten 3), 6) en 9) te vinden maken we gebruik van de kennis van de toonladder. In figuur 10.6 is de externe volgorde benadrukt. Daar waar figuur 10.5 een vloeiende aaneensluitende lijn laat zien laat de onderstaande figuur hiaten zien tussen de punten 2) en 4), tussen 5) en 7) en tussen 8) en 1). De drie intervallen uit de toonladder spelen een rol bij het overbruggen van die hiaten. Op de sprongen zoeken we de plaatsing van de impulsen van de Wet van Drie.

Figuur 10.6a: Plaatsing van de Wet van Drie in de Enneasteen (JG)

We stellen ons de punten 3), 6) en 9) voor als een soort krachtvelden of magneten. Hiermee kunnen we de lijnen van de externe volgorde laten afbuigen. Dit hulpmiddel past op de buigingen in de toonladder. We nemen een voor een de drie punten door.

Punt 3), de impuls die ingrediënten inbrengt, moet een overbrugging vormen tussen de mentale lijn 1)-2) en de fysieke lijn 4)-5) die onder begint en naar linksvoor loopt. Er moet een kracht worden uitgeoefend om het verlengde van de lijn 1)-2) naar beneden te laten lopen én naar links te buigen om zo op punt 4) te komen. Punt 3) levert die kracht. Dit punt moeten we dus ergens linksonder van punt 2) zoeken.

Punt 6), de impuls die het fysieke resultaat inbrengt in de toepassingslijn, moet een overbrugging vormen tussen de lijn 4)-5) en de lijn 7)-8). We moeten punt 6) dus ergens boven en achter punt 5) zoeken.

Punt 9) moet tot slot de lijn 7)-8) naar 1)-2) laten buigen en het mogelijk maken weer opnieuw te beginnen met het mentale proces. Dit punt moeten we dus ergens rechts van punt 8) zoeken.

De Octaëder wordt zo uitgebreid met de driedimensionale positie van de drie impulsen. Het resultaat is te zien in figuur 10.6b. Links herhalen we voor het overzicht nog een keer de Enneasteen waarin het externe proces is geaccentueerd.

Figuur 10.6b: De kubische architectuur van de Enneasteen (JG)

In de figuur rechts zijn de posities van de punten 3), 6) en 9) weergegeven. Deze posities vormen Tetraëders met de aanliggende vlakken van de Octaëder. Een Tetraëder is een piramide gemaakt van alleen maar driehoeken, inclusief het grondvlak. Voor de herkenbaarheid is de Tetraëder vanuit punt 9) geaccentueerd. Door de posities van 3), 6) en 9) verschijnen de contouren van een kubus. De Octaëder behoort in de natuur tot het kubische stelsel.

Noot van de auteur: Oef!

De materie die we in dit hoofdstuk behandelen vraagt veel van het abstracte voorstellingsvermogen. Als U zich inmiddels afvraagt waarom we dit allemaal willen weten en twijfelt of dit wel tot iets leidt dan kunnen we even vooruit lopen op de komende hoofdstukken. U zult ontdekken dat de doorgronding van de opbouw van de Enneasteen meteen ons de weg wijst naar het juiste antwoord op de zin van het leven, de weg naar verlichting, het leven na de dood en succes in ons aardse bestaan. Het is dus de moeite waard om nog even te volharden in het begrijpen van deze materie! Een aanrader is om de figuren die we tot nu toe behandeld hebben nog eens rustig door te nemen alvorens verder te gaan.

->>naar hoofdstuk 11 Vier elementen en de Wet van Schaal