Enige voorbereiding kan helpen tijdens onze ontdekkingstocht naar de Steen der Wijzen. Voordat U dit boek verder gaat lezen bent U uitgenodigd om ruimte te geven aan zienswijzen die afwijken van de algemeen aanvaarde. Dit is relevant voor de manier waarop U kijkt naar wetenschap, religie, filosofie en zelfs voor wat U al weet of denkt te weten van het Enneagram. We bespreken de manier waarop we normaliter met kennis omgaan.
4.1 Een andere kijk op wat U al wist
De mens heeft de neiging nieuwe kennis te vergelijken met wat hij al kent. Dit is een basiseigenschap die functioneel is, maar is ook de reden waarom nieuwe uitgangspunten nauwelijks een kans krijgen. Hierdoor hebben oude dogma’s vaak een lang leven. We moeten als we willen leren echter altijd ruimte maken voor nieuwe inzichten. Een aardig verhaal, in vele varianten verteld, soms met een priester en soms met een wetenschapper, illustreert dit. Een natuurkundige “N” komt op bezoek bij een oude Meester “M”, en wil weten hoe de Meester denkt over een aantal zaken die de natuurkundige bezig houden. Ze nemen plaats in de tuin. We volgen het gesprek.
N: “Meester, wij denken dat alles is begonnen met een oerknal. Hoe denkt u daarover?”
M:“Thee?”
N: “Ja lekker! En ik ben erg nieuwsgierig naar wat U vindt van de Quantum mechanica. We weten nu uit laboratoriumonderzoek dat de waarnemer een belangrijke rol speelt in de toestand die de allerkleinste deeltjes innemen, maar lopen tegen allerlei vragen op.”
Na een stilte zegt de Meester: “Suiker?”
N: “Ja dank u. En kent u ook de discussie rond de snaartheorie en de vele dimensies die daar een rol spelen?”
Geduldig wacht de natuurkundige, met pen en papier in de hand. De Meester schenkt de thee in. Tot grote verbazing van de natuurkundige blijft de Meester maar schenken, totdat het kopje dreigt over te lopen. Met stomheid geslagen denkt de natuurkundige na over wat er zich zojuist heeft afgespeeld, en vraagt na een tijdje uitleg. Waarop de Meester zegt:
“U heeft een interessante keuze: ofwel bittere thee drinken, ofwel een kleine calamiteit veroorzaken door een suikerklontje in de thee te gooien, of thee weg gooien op het gras en plaats maken voor de suiker. Drinkt u rustig uw thee op de manier van uw keuze, ik moet helaas weg maar u kunt een nieuwe afspraak maken mocht u nog eens thee willen drinken.”
De thee staat hier voor de bestaande kennis van de natuurkundige, en de suiker voor nieuwe inzichten. We pakken een bekende stelling, waarbij we denken dat we verder zijn dan de mensen in de middeleeuwen. De wetenschap heeft aangetoond dat de Aarde en de andere planeten om de Zon draaien. In de werkelijkheid bewegen de Zon de Maan en de planeten echter om óns heen. Dit lijkt een onjuiste uitspraak, maar dit is een kwestie van perspectief.
# 4‑1 De juistheid van wetenschap is mede afhankelijk van het doel van de kennis die uitgedrukt wordt.
Het is ontegenzeggelijk waar dat de planeten een cirkelvormige baan om de Zon beschrijven, en dat deze planeten klassiek uitgedrukt in de ban zijn van de zwaartekracht van de Zon. Wij draaien als mensen gewoon mee met de rondjes. Als wij het doel hebben te omschrijven welke hiërarchie er is in termen van zwaartekracht dan zeggen we dus dat de Aarde om de Zon draait.
De normale wetenschap neemt veelal de wereld buiten ons als uitgangspunt, maar we kunnen met evenveel gezag de mens, of als u het toestaat, God als uitgangspunt nemen. Tegelijk geldt dat de ultieme referentie voor de werkelijkheid die wij ervaren ons eigen persoonlijke en individuele bewustzijn is. Als we dat als middelpunt van ons onderzoek nemen, om uit te drukken welke invloed de wereld om ons heen uitoefent dan draaien de Zon, Maan en planeten allen om ons heen in allerlei patronen. Het is eenvoudig voor te stellen dat de hemellichamen die in geval van de Maan zelfs eb en vloed veroorzaken een invloed uitoefenen op een subtiel en complex geordend systeem als de mens. Nu gaat dit boek maar beperkt over sterrenkunde, maar de essentie is dat u ruimte geeft aan een ander perspectief dan u mogelijk gewend bent.
4.2 Filosofie als bezigheidstherapie
Bovenstaande paragraaf ging over het gekozen perspectief binnen de wetenschap. Mensen gebruiken doorgaans bewijsvoering voor het onderbouwen van standpunten. Als we voldoende bewijs hebben vergaard dan ontstaat er vertrouwen in de feitelijke juistheid van een standpunt. Veelal wordt er dan niet gevraagd onder welke omstandigheden de juistheid niet meer geldig is. Als we deze vraag niet meer stellen dan komen we in waarheid terecht die we algemeen geldig verklaren maar feitelijk alleen onder specifieke omstandigheden geldig is. Ik noem dit een lokale waarheid. En andere standpunten wijzen we af. Dit geldt voor ons als wetenschappelijk onderzoeker maar ook voor ons als gevoelsmens.
Laten we eens twee denksystemen vergelijken. Enerzijds kan men de Waarheid zoeken door betekenis te geven aan de werkelijkheid (ofwel hetgeen dat “gebeurt”) via het rangschikken van ervaringen (metingen) van de werkelijkheid. Anderzijds kan men juist het ervaren zélf betekenis toe laten voegen aan de werkelijkheid en zo de Waarheid realiseren. Anders gezegd: In het eerste geval proberen we dichter bij waarheid te komen door de wereld te bestuderen, en in het tweede geval is ons bestuderen van de wereld een manier om de waarheid te realiseren. In beide methodieken is een andere filosofische startpositie gekozen. De tweede kan de eerste omvatten, die daarbinnen dan een lokale filosofie is, de eerste kan niet de tweede omvatten. Regulier wetenschappelijk onderzoek naar de fenomemen van de natuur kan nooit de zingeving van het bestaan van de schepping vinden. Net zoals het onderzoeken van de verf van een schilderij nooit de doelstelling van de schilder kan ontsluieren.
Denken maakt gebruik van logica. Welke logica we ook nemen, een van de basisaannames is vrijwel altijd dat oorzaak en gevolg, en dus impliciet tijd, bestaan. Maar bestaat tijd wel? En wat is dat dan? Tijd is ongelofelijk belangrijk. Dankzij tijd bestaat ervaring, ons denken vindt plaats gedurende de tijd, en onze logica gebruikt tijdsvolgorde in oorzaak-gevolg beredeneringen. Als tijd niet in het filosofische bouwwerk verklaard wordt, dan is de zo verkregen “lagere orde” filosofie altijd beperkt tot waarheid in zichzelf zonder Waarheid naderbij te komen. Dit geldt ook voor een filosofie waarin tijd wel is betrokken maar de oorzaak of het doel van tijd niet. Er ontstaat zo een beeld van ordes of gelaagdheid van filosofie en wetenschap. Schaal, relativiteit en lokaliteit zijn ook praktisch gezien belangrijke aspecten van de werkelijkheid. Zo zijn de Wetten van Newton (zoals de appel die uit de boom valt en niet omhoog valt) nog steeds bruikbaar, ondanks alles wat we weten van Quantum mechanica.
# 4‑2 In dit boek wordt gespeeld met een grootst mogelijk bouwwerk van de Waarheid, de Waarheid waarin het realiseren van de werkelijkheid een functie krijgt, althans in ons denken.
Dit bouwwerk wordt
geconstrueerd door middel van de Steen der Wijzen. Het doet mogelijk even veel
onrecht aan de Waarheid als elke andere totaalfilosofie of zelfs theologie.
Maar het zal blijken dat het de moeite waard is om ons erin te verdiepen en het
toe te passen. Want er is uiteindelijk maar één reële toetssteen waarmee we aan
de slag kunnen. En dat is: werkt het bouwwerk?
Zoeklicht op de lokale waarheid over onszelf De mens vergelijkt onbekende situaties met bekende situaties. Als we ooit een waarheid hebben omarmd dan toetsen we nieuwe informatie tegen die waarheid. Als we een oordeel hebben geveld, dan zoeken we bijna automatisch naar bevestiging van dat oordeel. De omstandigheden waaronder dat oordeel geldig is of is ontstaan verliezen we dan uit het oog. Zo filteren we alle informatie en blijven we hangen in oude waarheden. Net als Procrestus deed, de Griekse herbergier die meende dat iedereen in zijn logeerbed paste maar desnoods hun ledematen oprekte of afhakte. We nemen context afhankelijke waarheid (een lokale waarheid) voor absoluut Waar aan alsof die geldt voor ons in zijn geheel, altijd en in alle (vergelijkbare) situaties. Dit heeft te maken met autoriteit. Veelal ligt die autoriteit oorspronkelijk buiten onszelf. Diegene die we (als kind) de grootste autoriteit toekennen vertelt ons de waarheid. Het ego streeft naar zekerheid en veiligheid, en op zijn zoektocht naar beoordeling van een mogelijk bedreigende situatie pakt het graag zo snel mogelijk de meest basale waarheid. Dit is het meest trefzeker. Ook al zijn we het zicht kwijt op het mechanisme dat tot deze waarheid heeft geleid. Waarheid van een grotere orde gaat echter over het onderkennen van het slechts lokaal (onder specifieke voorwaarden) waar zijn van een denkraam of oordeel. Het leren omgaan met het steeds weer lokaal verklaren van een waarheid is een leerproces dat geen grenzen lijkt te hebben. En daarin is geen zekerheid te vinden behalve dan in de onzekerheid zélf. Het zal ons denken blijven verrijken, totdat we bij Absolute Waarheid uit komen… |
-> Naar het volgende hoofdstuk: https://lapisphilosophorum.home.blog/5-paden-naar-de-oorsprong/