Bijlage 12: Jakobs droom te Betel

We komen zeven putten (Berseba) tegen langs de weg (Heran) naar het huis van God (Bethel). Dat huis is gelijk aan de steen (XP) die uit het Licht (Luz) voort komt.

“10] [1 beeld, weg] Jakob vertrok uit Berseba [letterlijk ‘zeven putten’] en ging naar Haran.[vrijstad onder bescherming van Ishtar, Harranu betekent weg (Akkadisch harrānu, weg, pad, reis). Eerste woonplaats van Adam en Eva na hun verbanning uit het Paradijs].

11] [2 plan, dag en nacht] En hij bereikte een plaats, waar hij bleef overnachten, omdat de zon ondergegaan was. En hij nam een van de stenen der plaats, legde die onder zijn hoofd en ging op die plaats slapen.

12] [3 impuls Heilige Geest] Toen droomde hij, en zie, op de aarde was een ladder opgericht, waarvan de top tot aan de hemel reikte, en zie, engelen Gods klommen daarlangs op en daalden daarlangs neder.

13] [4 romanticus, eer uw vader en uw moeder] En zie, de HERE stond bovenaan en zeide: Ik ben de HERE, de God van uw vader Abraham en de God van Isaak; het land, waarop gij ligt, zal Ik aan u en aan uw nageslacht geven.

14] [5 wijze] En uw nageslacht zal zijn als het stof der aarde, en gij zult u uitbreiden naar het westen, oosten, noorden en zuiden, en met u en met uw nageslacht zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden.

15] [6 loyalist] En zie, Ik ben met u en Ik zal u behoeden overal waar gij gaat, en Ik zal u wederbrengen naar dit land, want Ik zal u niet verlaten, totdat Ik gedaan heb wat Ik u heb toegezegd.

16] [7 charmeur] Toen Jakob uit zijn slaap ontwaakte, zeide hij: Waarlijk, de HERE is aan deze plaats, en ik heb het niet geweten.

17] [8 baas,ontzag] En hij vreesde en zeide: Hoe ontzagwekkend is deze plaats. Dit is niet anders dan een huis Gods, dit is de poort des hemels.

18] [9 koning] De volgende morgen vroeg nam Jakob de steen die hij onder zijn hoofd gelegd had, stelde die tot een opgerichte steen en goot er olie bovenop.

19] [1] En hij noemde die plaats Betel [Bet-El, huis van God], maar tevoren was de naam der stad Luz [licht].

20] [2 spreken] En Jakob deed een gelofte: Indien God met mij zal zijn, en mij behoeden zal op deze weg, die ik ga, mij zal geven brood om te eten en klederen om aan te trekken,

21] [3 koninkrijk] en ik behouden tot mijns vaders huis wederkeer, dan zal de HERE mij tot een God zijn.

22] [dubbel 11 hogere structuur XP] En deze steen, die ik tot een opgerichte steen gesteld heb, zal een huis Gods wezen, en van alles wat Gij mij schenken zult, zal ik U stipt de tienden geven.

Genesis 28:10-22, toevoegingen (JG) tussen rechte haken.