Bijlage 13: Psalmen

Hieronder volgt een korte toelichting op de opbouw van het boek Psalmen. Vrijwel elke Psalm is nauwkeurig opgebouwd volgens de volgorde 1-2-3-4-5-6-7-8-9. Dit kan de lezer eenvoudig herkennen. Vaak kunnen we een van de tien geboden herkennen, of een referentie aan het Onze Vader. Ook elementen uit de Zaligsprekingen komen terug, zoals spreken of profeteren op 2. De bruiloft refereert aan 4. Hier en daar wordt aan de vier elementen gerefereerd. Hieronder volgen enkele sprekende voorbeelden.

Psalm 1 loopt door tot regel 3 van psalm 2.

Psalm 2 is dus versprongen genummerd en regel 12 is eigenlijk 9.

Psalm 3 en 4 zijn correct qua architectuur,

Psalm 5 begint op regel 2 die dus 1 moet zijn. Herkenning is eenvoudig, hulpgeroep is spreken en altijd punt 2. Het ochtendgebed op regel 4 is conform Psalm 3,en is regel 3

Psalm 6 is een regel versprongen, eenvoudig ijkpunt is regel 2 (toorn is 1), regel 8 (oog is 7),

Psalm 7 hoort per Heere genummerd te worden, zodat er 9 secties ontstaan: regel 2=1, 4=2, 7=3, 9=4 (weging van het hart), 11=5, 13=6 wet, 15=7, 17=8, 18=9.

Psalm 8 heeft als geweldige titel “de mens, de kroon der schepping Gods”, gelijk aan de schepping van de mens op de 6e dag (punt 8)

Psalm 10 is terecht onderbroken zodat de nummering van de titels klopt.

Psalm 18 is punt 9 met als herkenning de Koning en de Vader.

Psalm 19 is prachtig opgebouwd (nummering aangepast):

“Een psalm van David, voor den opperzangmeester.

1) De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt Zijner handen werk.

2) De dag aan den dag stort overvloediglijk spraak uit, en de nacht aan den nacht toont wetenschap. Geen spraak, en geen woorden zijn er, waar hun stem niet wordt gehoord. Hun richtsnoer gaat uit over de ganse aarde, en hun redenen aan het einde der wereld; Hij heeft in dezelve een tent gesteld voor de zon.

3) En die is als een bruidegom, uitgaande uit zijn slaapkamer; zij is vrolijk als een held, om het pad te lopen.

4) Haar uitgang is van het einde des hemels, en haar omloop tot aan de einden deszelven; en niets is verborgen voor haar hitte.

5) De wet des HEEREN is volmaakt, bekerende de ziel; de getuigenis des HEEREN is gewis, den slechte wijsheid gevende.

6) De bevelen des HEEREN zijn recht, verblijdende het hart; het gebod des HEEREN is zuiver, verlichtende de ogen.

7) De vreze des HEEREN is rein, bestaande tot in eeuwigheid, de rechten des HEEREN zijn waarheid, samen zijn zij rechtvaardig. Zij zijn begeerlijker dan goud, ja, dan veel fijn goud; en zoeter dan honig en honigzeem.

8) Ook wordt Uw knecht door dezelve klaarlijk vermaand; in het houden van die is grote loon. Wie zou de afdwalingen verstaan? Reinig mij van de verborgene afdwalingen. Houd Uw knecht ook terug van trotsheden; laat ze niet over mij heersen; dan zal ik oprecht zijn en rein van grote overtreding.

9) Laat de redenen mijns monds, en de overdenking mijns harten welbehagelijk zijn voor Uw aangezicht, o HEERE, mijn Rotssteen en mijn Verlosser!”

We kunnen ook naar de titels van de Psalmen kijken, zoals bij Psalm 72 “Gebed voor de koning”: 7+2 levert 9, het punt van de koning. Latere boeken behoren vanaf start genummerd te zijn. Zo is Psalm 48 eigenlijk de 8e Psalm van het tweede boek (De rijke dwaas). Psalm 106 is eigenlijk de 17e Psalm (7+1=8: Israël = mens). Sommige Psalmen geven ook de interne reeks. Zo geeft Psalm 145 eerst een reeks van 1 tm 9 (regel 1-13) en dan volgt een reeks volgens 8-5-7-1-4-2.

1) U verhogen)
2) Uw Naam prijzen
3) werken roemen
4) vreselijke daden
5) gerechtigheid
6) barmhartigheid
7) heerlijkheid/gunstgenoten
8) mensenkinderen bekend maken
9) koninkrijk..in alle geslacht en geslacht

8) aller ogen, verzadiging
5) rechtvaardig
7) nabij allen
1) welbehagen die hem vrezen
4) verdelgen goddelozen
2) naam loven

In Psalm 146 (40e Psalm) komen we de reeks 2-8-5-7-1-4 tegen, beginnend met de gevangenis op 2, en vervolgens de blindheid op 8, de rechtvaardigheid op 5, de vreemdeling op 7, de wees en weduwe op 1 en de kromme weg (circel!) van de goddeloze op 4.

Het is tot slot erg aardig om even stil te staan bij Psalm 121. Deze hoort bij punt 6, het punt van angst en geloof. De titel ‘bedevaartslied’ betekent letterlijk ‘opgang’ of ‘treden van een trap’. In deze Psalm komt zes maal de naam van de Schepper IK BEN of ER IS voor. Eén van de zinnen van deze Psalm luidt als volgt: “de Here is uw schaduw aan uw rechterhand.” Dichterbij kan God niet komen. En een stukje verder vinden we: ”De zon zal u des daags niet steken, noch de maan des nachts.” En tot slot een prachtige en in het licht van dit boek veelzeggende zin: “De Here zal uw uitgang en uw ingang bewaren van nu aan tot in eeuwigheid”.

Laat het helder worden waar ik Uw Waarheid spreek, waar ik tot opbouw spreek, en waar ik zelf spreek. Vergeef me mijn ijdelheid en onwetenheid.

D.C.